Naar begin


Fort Werk IV. Hoofdwerk Offensief

(Naar bouwtekening 1868)

Klik op de gebouwen voor meer informatie

Hoofdwerk Offensief. Werk IV Klik hier voor Linkervleugelgebouw Klik hier voor Rechtervleugelgebouw Klik hier voor Poterne Klik hier voor Wachterswoning Klik hier voor Artillerieloods


        Fort Werk IV (Hoofdwerk). Gebouwen:

Fort Werk IV ofwel het Hoofdwerk van het Offensief ligt op het hoogste punt van de voormalige Bussemmer Eng, zo'n 2200 m zuidelijk van de vesting Naarden. Het is aangelegd in 1868-'70 en maakte deel uit van het Offensief, een rij van vijf forten ten zuiden van Naarden. Dit fort was het vierde en het belangrijkste fort uit de rij en staat daarom bekend als Werk 4 of het Hoofdwerk. De forten schermden een gebied af dat vóór de inundaties van de Waterlinie lag en vanwaar offensieve acties konden worden ondernomen tegen een vijand die voor de Waterlinie stond. Vandaar de naam Offensief. Op de Houtense Vlakte bij Utrecht lag ook zo'n offensief en een tweede bij Naarden bood het voordeel dat de tegenstander niet wist vanwaar de actie zou worden ondernomen en zijn aandacht en krachten zou moeten verdelen. Een andere reden voor de aanleg van de forten was dat het veldleger, dat bij een aanval eerst vóór de Waterlinie zou opereren, zich volgens de militaire plannen al snel achter de linie zou moeten terugtrekken. Daarvoor was tijd nodig want het leger zou slechts kunnen beschikken over een klein aantal smalle terugtochtswegen door het geīnundeerde (onder water gezette) gebied. De fortenrij ten zuiden van Naarden schiep een beschermde ruimte tussen de forten en de vesting waarop het veldleger tijdelijk kon terugvallen terwijl het door de Waterlinie naar het westen trok.

Het Hoofdwerk was veruit het grootste van de forten van het Offensief en het enige met permanente gebouwen. De andere forten waren kleine aarden werken. Ze zijn alle vier verdwenen. Het Hoofdwerk heeft geen bastions en is gebouwd volgens het polygonale stelsel. Dat houdt in dat de vorm is afgeleid van een veelhoek, een polygoon. Hier is dat de helft van een achthoek. De ongeveer 116 m lange voorkant van het fort is naar het zuidoosten gekeerd, de richting vanwaar een aanval werd verwacht. De zijkanten zijn circa 53 m lang, de lengte van de achterzijde ruim 120 m. De voorkant van het fort is in het midden licht geknikt, waardoor het midden iets naar voren uitsteekt. Het zand voor de aanleg werd verkregen door afgraving van het voorterrein. De borstwering is aan de voorkant 8,5 m hoog, de vuurlijn (het hoogste punt van de borstwering) ligt 17 m boven NAP. De borstweringen van de zijkanten zijn een meter lager. De achterzijde van het fort is open en heeft geen borstwering.


Luchtfoto Hoofdwerk

Werk IV kan bezocht worden. De website: www.fortwerk4.nl van de stichting die het fort beheert bevat naast historische informatie ook info over openingstijden, activiteiten, bereikbaarheid, enz.
Foto: www.fortwerk4.nl

Vanaf het middenterrein loopt een gemetselde gang (poterne) onder de borstwering door naar een stenen uitbouw aan de voet van de wal aan de voorzijde van het fort. De aarddekking van deze gang vormt een brede travers die haaks op de borstwering staat en 1,5 m boven de vuurlijn uitsteekt. Links en rechts van de travers lagen open geschutemplacementen (barbetten) aan een brede walgang. Tussen de emplacementen lagen banketten, 1,3 m smalle richels achter de borstwering voor het opstellen van infanterie. De walgang achter de borstwering was bereikbaar via twee opritten vanaf het middenterrein. Twee kleinere opritten leiden tot achter de borstwering van de beide flanken.

Vóór de borstwering van het fort ligt een droge gracht, die oorspronkelijk meer dan 10 m breed was. Aan de buitenkant van gracht lag een glacis, een naar buiten toe glooiend aflopende aarden wal. In de gracht staat, 2 m uit de voet van de wal, een doorlopende stenen muur. De muur is 3 m hoog en voorzien van een groot aantal schietsleuven. Dit is een zogenaamde gecreneleerde muur die Duitsland (Pruisen) vaker bij forten werd toegepast maar voor ons land uniek is. De muur is op de hoeken en in het midden aan de voorkant van het fort van uitbouwsels voorzien, zogenaamde orillons, vanwaar de gracht vóór de muur naar weerskanten onder vuur kon worden genomen. In oorlogstijd moesten deze uitbouwsels met hout en een laag aarde worden afgedekt. Oorspronkelijk liep de muur rondom het hele fort (zie de plattegrond hierboven). In de jaren dertig van de 20e eeuw is een deel van de muur in de keel van het fort afgebroken.


Hoofdwerk. Gecreneleerde muur

Droge gracht met gecreneleerde muur en orillon
Foto: Google Earth

Fort Werk IV werd deels aangelegd door gevangenen van het Algemeen Dépot van Discipline, de militaire gevangenis die ten tijde van de aanleg in de Weeshuiskazerne in Naarden was gevestigd. De gevangenen werkten vooral aan het glacis, de aarden wal rondom de fortgracht.

Bewapening. Twee jaar na de gereedkoming werd de bewapening van het Hoofdwerk als volgt vastgesteld: op de voorkant van het fort acht kanonnen getrokken van 12 cm Kort brons op belegeringsaffuit. Op beide zijkanten een houwitser van 15 cm Lang O.M. op veldaffuit. Zes zogenaamde mitrailleuses in de orillons van de gecreneleerde muur die daarvoor ingericht, gedekt en granaatvrij moesten worden gemaakt. De mitrailleuse was de handmatige voorganger van de automatische mitrailleur. Tenslotte waren er nog twee Coehoornmortieren in de bewapening opgenomen die dienden voor het verlichten van het voorterrein. Overigens werd de bewapening van het fort steeds aan de nieuwe ontwikkelingen aangepast.

Gebouwen en bezetting. In het fort liggen drie gemetselde gebouwen. Op beide vleugels een gebouw met onder meer onderkomens (linker- en rechtervleugelgebouw) en in het midden een gemetselde onderdoorgang of poterne. Op het middenterrein stond een fortwachterswoning die in 1942 is afgebroken. Direct achter het fort staat een artillerieloods. De huisvestingscapaciteit van de vleugelgebouwen werd in 1879 geschat op 26 manschappen en 4 onderofficieren. Tijdens de mobiliatie van 1870 had het fort echter een bezetting van 100 man. Vermoedelijk werd een deel daarvan in de poterne ondergebracht.

In het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914-'18) werd het geschut van de forten en vestingen in de Waterlinie overgebracht naar het terrein tussen an achter de forten. De vrijkomende geschutemplacementen op de forten werden deels ingericht als mitrailleuropstellingen. Op het Hoofdwerk was daarvan een voorbeeld te vinden in de gewijzigde inrichting van de twee emplacementen aan weerskanten van de travers in het midden van de borstwering van de voorkant van het fort. Bij deze emplacementen was haaks op de borstwering een nieuwe aarden wal opgeworpen die een deel van het emplacement afscheidde en onbereikbaar maakte voor zwaar geschut.

In 1926 is het Hoofdwerk, tegelijk met de vesting Naarden, als militair werk opgeheven. Vier jaar later werd het door de gemeente Bussum aangekocht. Het terrein achter het fort werd in de jaren dertig ingericht als sportterrein. Daarbij werd aan de achterzijde een deel van de gecreneleerde muur afgebroken om het werk te kunnen gebruiken voor ruitersportevenementen. Het fort heeft momenteel de status van munument. In 1997 werd de Stichting tot Behoud van Werk IV opgericht die werkt aan het behoud en herstel van het fort. Werk IV is sindsdien uitgebreid gerestaureerd.


© text, illustrations: David Kips, 2015
Contact: d.kips@hccnet.nl

Naar begin

Valid XHTML 1.1 Valide CSS!