Naar kazernecomplex
Naar begin

Weeshuiskazerne

Kloosterstraat 29


© text, illustrations: David Kips, 2011
Contact: d.kips@hccnet.nl

Naar begin

Valid XHTML 1.1 Valide CSS!

Klik voor luchtfoto

Weeshuiskazerne

Voormalige hoofdingang in de Kloosterstraat
(Foto Wikipedia/Joost1948)

Voormalige Weeshuiskazerne



Plattegrond Weeshuiskazerne
(begane grond; toestand rond 1896)

Plattegrond naar een origineel van de dienst der genie uit 1879 (later bijgewerkt). Langs de oostzijde van het binnenplein (rechts op de tekening) ligt de in 1963 afgebroken Exercitieloods. De bestaande woningen aan de oostkant van het plein zijn gebouwd bij de restauratie van het kazernecomplex in 1991-'94. De noordvleugel van het gebouw (bovenzijde tekening) is in 1939 verlengd bij een uitbreiding van de kazerne. De urinoirs en privaten tegen het uiteinde van de vleugel (nrs 34 en 35) zijn verdwenen.

Weeshuiskazerne in 1896

Bestemming van de lokalen:

Hoofdgebouw (inclusief de voormalige Franse kerk): 1. Hoofdingang. 2. Bureau adjudant-onderofficier. 3. Privaat. 4. Bergplaats manschappenkeuken. 5. Bureau commanderende officier. 6. Verenigingszaal officieren. 7. Trap naar verdieping. 8. Keuken manschappen. 9. Keuken onderofficieren. 10. Eetzaal onderofficieren. 11. Bergplaats voor petroleum. 12. Magazijn voor de kantine. 13. Portaal en trap naar verdieping. 14 t/m 17. Dit deel van de voormalige kerk was door tussenmuurtjes of schotten verdeeld in diverse ruimten waarvan de precieze bestemming niet duidelijk is. In elk geval bevonden zich hier het kantoor van de kantinecommissie, een straflokaal en een wachtlokaal voor manschappen. 18. Wachtlokaal wachtcommandant. 19. Portaal. 20. Kantine onderofficieren. 21. Portaal. 22. Kantine manschappen. 23. Bureau dokter. 24. Gymnastiekzaal. 25, 26 en 27. Onderkomens voor onderofficieren. 28. Portaal en trap naar verdieping. 29 en 30. Logies manschappen. 31. Portaal en trap naar verdieping. 32. Privaat. 33. Logies manschappen. 34. Urinoirs. 35. Privaten. 36. Afdak.

Bijgebouw: 37 en 38. Bestemming onduidelijk. 39 t/m 42. Straflokalen manschappen. 43 en 44. Werkplaats geweermaker. 45. Bureau officier voor wapening. 46. Wasruimte (56 man). 47. Exercitieloods (oefeningsruimte). 48. Hek.



De in 1986 opgeheven Weeshuiskazerne was de oudste en grootste kazerne van Naarden. Het gebouw heeft een rijke geschiedenis. Vanaf 1440 was hier het Mariaconvent gevestigd, een vrouwenklooster en een van de weinige gebouwen die werden gespaard toen Naarden in 1572 door Spaanse soldaten werd platgebrand tijdens het begin van de Nederlandse Opstand. Het succes van de opstand luidde enkele jaren later echter het einde van het klooster in. De hervormde religie werd staatsgodsdienst en het openlijk bedrijven van de katholieke eredienst werd verboden. Het klooster verdween en de bezittingen werden overgedragen aan de stad. Het gebouw ging dienst doen als weeshuis. Ook was er een zogenaamde Latijnse school gevestigd. In 1809 werd het gebouw gevorderd als onderkomen voor het Franse garnizoen dat Naarden in die tijd bezet hield. In de nadagen van de Franse bezetting maakten de Fransen van de vesting Naarden een van hun laatste bolwerken in ons land, waaruit zij ondanks een maandenlange belegering niet konden worden verdreven. Pas na de troonsafstand van Napoleon in 1814 gaven de Fransen de vesting over. Het gebouw was tijdens het beleg zwaar beschadigd. Aan een terugkeer van de wezen viel daarom niet te denken en in 1820 werd het gebouw door de weesmeesters overgedaan aan de stad die het definitief inrichtte als kazerne. Maar het onderhoud van het oude complex kostte Naarden te veel en in 1845 nam het Rijk de kazerne over. Het kerkje in de Kloosterstraat, een restant van de voormalige kloosterkerk waarin toen een textielfabriek was gevestigd, werd ontruimd en bij de kazerne getrokken. In de kazerne waren de manschappen en de ongehuwde onderofficieren van het garnizoen van de vesting ondergebracht. Officieren en gehuwde militairen woonden zelfstandig. Wel waren er voor gehuwde onderofficieren enige woningen in de noordvleugel van de kazerne beschikbaar met een eigen ingang aan de walkant, dus buiten het complex. Later werd naast de kazerne een apart blok gehuwdenwoningen gebouwd.


Soms waren er ook andere militairen in de Weeshuiskazerne gelegerd. Zoals in 1831, toen er korte tijd enkele honderden krijgsgevangenen van de Belgische Opstand werden vastgezet. Van 1861 tot 1881 diende de kazerne als militaire strafgevangenis, het zogenaamde Dépot van Discipline. De gevangenen werkten mee aan de vernieuwing van de vesting die in deze periode plaatsvond. Het gewone garnizoen was ondergebracht in het tot kazerne ingerichte kerkje aan de Kloosterstraat. Na het vertrek van de gevangenen uit Naarden ging de toestand van het complex door een gebrek aan onderhoud sterk achteruit. Een deel van het garnizoen werd daarom ondergebracht in de als oorlogsonderkomen bedoelde gebouwen die in 1873-'79 bij de vernieuwing van de vesting overal in de wallen waren aangelegd. Ook nadat de vesting Naarden in 1926 als militair steunpunt was opgeheven, bleven in de Weeshuiskazerne soldaten gelegerd. Na de opheffing van het Regiment Vestingartillerie in 1927 werd Naarden de thuisbasis van het nieuw gevormde 2e Regiment Onbereden Artillerie. In de kazerne lagen twee schoolbatterijen van dit regiment, waar dienstplichtigen werden opgeleid tot kanonnier. In 1933 werd het regiment gemotoriseerd en omgevormd tot het Regiment Motorartillerie. In de periode 1935-'39 werd de kazerne aanzienlijk vergroot. De kappen van de bestaande gebouwen werden verhoogd. De noordvleugel van de kazerne (aan de zijde van de vestingwal) werd verlengd en er kwam een nieuwe oostelijke vleugel met leslokalen, eetzalen en slaapruimten. In 1938 werd het Regiment Motor Artillerie opgeheven. Uit het personeel werden enkele nieuwe regimenten artillerie gevormd waarvan het 9e Regiment Artillerie in Naarden gelegerd bleef. Bij de mobilisatie van april 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, was Naarden tevens de mobilisatie-bestemming voor het 34e Regiment Infanterie. Kort voor de Duitse inval in mei 1940 vertrokken deze infanteristen naar de omgeving van Rotterdam.


Tijdens de Tweede Wereldoorlog lagen er Duitse troepen in de kazerne. Dit waren steeds wisselende eenheden die meestal slechts korte tijd in de kazerne verbleven. In het begin van de oorlog lagen er SS-ers. Dit waren jonge soldaten, elitetroepen, waaronder de chauffeurs en monteurs van het wagenpark dat de Duisters in het Arsenaal op bastion Oud Molen hadden ondergebracht. In de zuidvleugel van de kazerne aan de Kloosterstraat, was de hele oorlog de Ortskommandantur gevestigd, de plaatselijke commandopost van het Duitse leger. Na de bevrijding in mei 1945 werd de kazerne gebruikt als interneringskamp voor politieke delinquenten (vooral NSB'ers) en zwarthandelaren. Van 1946 tot mei 1947 lag het 1e Bataljon van het Regiment Lichte Luchtdoelartillerie in de kazerne. Daarna lagen er kort na elkaar verschillende legeronderdelen. Ook diende het gebouw weer enige tijd als interneringskamp, ditmaal voor vrouwen. Van 1950 tot in het begin van de jaren zestig werd de kazerne gebruikt door het Regiment Lichte Luchtdoelartillerie Kornwerderzand voor huisvesting van de manschappen die opkwamen voor herhalingsoefeningen. Daarna werd de Verbindingsdienst er gelegerd. De hier gelegerde eenheden herstelden defect verbindingsmaterieel: legervoertuigen, radioapparatuur en zenders. In november 1986 verhuisde de Verbindingsdienst wegens de slechte bereikbaarheid en de verouderde gebouwen naar de Spoorkazerne in Ermelo. Ook de werkplaatsen in het Arsenaal op Bastion Oud Molen werden ontruimd. Er kwamen geen nieuwe militairen voor in de plaats. Dit betekende het einde van meer dan driehonderd jaar militaire aanwezigheid in de vesting Naarden.


In 1991-'94 werd een uitvoerige restauratie van het kazernecomplex uitgevoerd in combinatie met nieuwbouw. De vleugels langs de noord- en de oostkant werden afgebroken en vervangen door nieuwbouw in de oude stijl, met de oude zadeldaken in plaats van de verhoogde dakkappen uit de jaren dertig. De noordvleugel werd op dezelfde plaats herbouwd. De nieuwe oostvleugel werd iets naar het westen verplaatst. Deze twee vleugels van het complex kregen een woonbestemming. De vleugels langs de Kloosterstraat en de Jan Massenstraat, die veel middeleeuwse bouwrestanten bevatten, werden gerestaureerd en kregen een kantoorbestemming. Een deel van de vleugel aan de Kloosterstraat werd bij het voormalige kerkje getrokken om het Comeniusmuseum te huisvesten. Het binnenplein van de voormalige kazerne werd ingericht als gemeenschappelijke binnentuin met in het midden een borstbeeld van de in de kerk begraven Tsjechische wijsgeer. Dit borstbeeld, ontworpen door J. Strachovsky, is een geschenk van enige Tsjechische bewonderaars van Comenius. Ook het blok voormalige gehuwdenwoningen aan de Kloosterstraat werd geheel gerenoveerd. Op het terrein direct achter de kazerne, op de plaats waar vroeger een loods stond voor de opslag van artilleriematerieel, een zogenaamde affuitloods, werd een blok woningen neergezet in een stijl die is afgeleid van de voormalige loods.