Naar begin |
Fort Ronduit |
|
|
Fort Ronduit. Gebouwen
|
Fort Ronduit ligt circa tweehonderd meter ten noorden van de vesting. Voor de aanleg van de snelweg (A1) lag het fort direct onder de zomerdijk aan de rand van het IJsselmeer, de voormalige Zuiderzee. Het diende ter afsluiting van de hier liggende uiterwaard, een breed stuk buitendijks land waarover een aanvaller de vesting zou kunnen passeren in de richting van de hoofdstad. Een militaire versterking op deze plaats is al van vroeger bekend. In de 17e eeuw, toen Naarden nog een zeehaven had, lag er een schans bij de haveningang en in de 18e eeuw werd de schans vernieuwd en door een zigzaggende borstwering met de vesting verbonden. In 1873-'75 maakten de oude werken plaats voor het bestaande fort. Ook werd een nieuwe, circa 200 m lange verbindingswal aangelegd tussen het fort en de vesting. Het nieuwe fort ligt als een eiland in een brede fortgracht. Aan de westzijde, de van een aanvaller afgekeerde zijde, ligt de enige toegang: een kraanbrug, een beweegbare brug van een bijzondere contructie. Het fort heeft een rondlopende hoge aarden wal (borstwering) rond een langgerekt middenterrein. Achter de steil naar de gracht aflopende borstwering ligt een brede walgang voor het aanvoeren van geschut. Aan de oostkant van het fort, het aanvalsfront, lagen verschillende open geschutemplacementen, zijdelings gedekt door traversen. Hoewel vervallen, zijn deze aardwerken nog aanwezig. Het fort kreeg drie bomvrije gebouwen: een kazerne op het middenterrein, een wachthuis bij de ingang en een kleine schuilplaats in de borstwering van het fort. De verbindingswal met vesting loopt van het fort naar de bedekte weg en is door de fortgracht van het fort gescheiden. De wal bestaat uit een hoge aarden borstwering, aan beide zijden beschermd door een brede gracht. De oorspronkelijke walgang aan de westkant van de verbindingswal, met een banket voor het opstellen van infanterie, is niet meer aanwezig. Op de plaats waar de verbindingswal tegen de bedekte weg aansloot werd de bedekte weg aan de westkant doorgraven zodat een open verbinding met de vestinggracht ontstond. Rond 1900 was de artilleriebezetting van het fort voor een oorlogsituatie bepaald op één sectie van 59 man van het 2e Regiment Vesting Artillerie en de bewapening op zes kanonnen en twee mitrailleurs. Maar de ontwikkeling van doeltreffender geschut in combinatie met krachtiger projectielen maakte de opstelling van kanonnen op het fort zelf te kwetsbaar voor de vijandelijke artillerie. Ook de gemetselde gebouwen in het fort boden ondanks hun metersdikke aarddekking, geen veilige schuilplaats meer bij een beschieting. Daarom werd tijdens de Eerste Wereldoorlog het zwaartepunt van de verdediging verlegd naar een nieuwe verdedigingslijn oostelijk van het fort. Hier werd, direct ten oosten van de fortgracht een infanterieopstelling aangelegd met een loopgraaf en enkele tijdelijke onderkomens. Het Ronduit en de verbindingswal naar de vesting gingen dienst doen als werken in de tweede linie, waarop men zou kunnen terugvallen als de loopgraaf ervóór niet meer te houden was. Het Ronduit had sindsdien nog slechts een bezetting van één sectie van het 16e Bataljon Landweer Infanterie. De bewapening bestond uit een batterij van twee 12 cm kanonnen, bemand door een detachement van het 1e Regiment Vesting Artillerie en een mitrailleuropstelling. Na de oorlog werden de tijdelijke werken ten oosten van het fort opgeruimd en in 1926 werd het Ronduit, tegelijk met de vesting Naarden, als vestingwerk opgeheven. Het fort bleef vooralsnog in militair gebruik, onder meer voor het houden van schietoefeningen door de artillerie. In de jaren dertig lag in de kazerne munitie opgeslagen voor het in Naarden gelegerde Regiment Motor Artillerie: patronen, brisantgranaten en duizenden kilo's springstof. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter er mogelijk luchtafweergeschut opgesteld. Na de oorlog waren er enige tijd politieke gevangenen geīnterneerd. In 1986 werden de gebouwen gerestaureerd. Tegenwoordig is de gemeente Naarden belast met het beheer en is het fort met de gebouwen verhuurd aan enkele particulieren. De kraanbrug in de toegang van het fort is een zeer zeldzaam brugtype met een hoge historische waarde. De brug is in 2006 geheel gerestaureerd en weer beweegbaar gemaakt. |
© text, illustrations: David Kips, 2015
|
Naar begin |