Naar kazernecomplex
Naar begin

Comeniusmausoleum. Voormalige Waalse Kerk

Kloosterstraat 33


© text, illustrations: David Kips, 2015.
Contact: d.kips@hccnet.nl

Naar begin

Valid XHTML 1.1 Valide CSS!

Comeniusmausoleum

Het Comeniusmausoleum. In het aangrenzende deel van de
voormalige kazerne is het Comeniusmuseum gevestigd.
Foto: Wikipedia/Joost1948


Comeniusmausoleum. Glas Benda

Comenius als profeet, bisschop en brenger van vrede.
Middelste van de vijf grote glazen in het Mausoleum
die leven en werken van Comenius uitbeelden.
Geëtst glas van Jaroslav Benda


Het gebouw dat nu als Comeniusmausoleum is ingericht was oorspronkelijk het koor van de kerk van het Mariaconvent, een nonnenklooster dat van circa 1440 tot 1579 was gevestigd in het oudste deel van de latere Weeshuiskazerne. Het kerkje was, met de rest van het klooster, een van de weinige gebouwen die werden gespaard bij het platbranden van Naarden door de Spanjaarden in 1572. In 1651 werd de kapel in gebruik genomen door de zogenaamde Waalse gemeente. Dit franstalige kerkgenootschap bestond uit protestanten uit de Zuidelijke Nederlanden (Walen) die zich als wevers in Naarden hadden gevestigd.

Op 22 november 1670 werd in het kerkje de Tsjechische geleerde Johannes Amos Comenius begraven die een week tevoren in Amsterdam was overleden. Het is niet zeker waarom Comenius in Naarden begraven is. Er bestond een familierelatie tussen de Waalse predikant Grouwels in Naarden en de Amsterdamse koopman Laurens de Geer, de beschermer en financier van Comenius en diens Broedergemeente. Dit zou de aanwezigheid van het graf kunnen verklaren. Vanaf 1791 werd het gebouw ook door de Lutherse gemeente gebruikt.

Tijdens de belegering van Naarden in 1813-'14 werd de kerk door het Franse garnizoen gebruikt voor het onderbrengen van gevangenen. Hoewel de kerkdiensten na het beleg werden hervat, was het aantal leden van de Waalse gemeente dermate klein geworden dat zij in 1819 werd opgeheven. Het gebouw was in die tijd zo vervallen dat ook de Luthersen er hun diensten staakten. In 1820 werd het hele Weeshuiscomplex, inclusief de kerk, overgenomen door de stad. De wezen verhuisden en de gebouwen werden ingericht als kazerne voor het garnizoen. De kerk kreeg echter spoedig weer een burgerlijke bestemming want in de jaren dertig was er een fabriekje gevestigd van de Almelose textielfabrikanten Salomonson die er katoenen stoffen vervaardigden. Toen het Rijk de kazerne in 1845 overnam, werd de kerk weer bij de kazerne getrokken.

De militairen gebruikten het gebouw als magazijn voor de Genie, de dienst die verantwoordelijk was voor het onderhoud van de militaire gebouwen van de vesting.In 1861 werd in de Weeshuiskazerne een militaire gevangenis gevestigd, het Depot van Discipline. De kerk werd van de rest van de kazerne afgescheiden om er het gewone garnizoen onder te brengen. Er werd een verdieping in het gebouw aangebracht en het werd ingericht voor het onderbrengen van soldaten. Het gebouw werd in deze periode aangeduid als kazerne de Franse Kerk. Deze situatie bleef bestaan tot in 1881 toen de militaire gevangenis uit Naarden verdween.


Zolder kazerne Oude Kerk

Plattegrond van de zolder ingericht als garnizoens kledingmagazijn
Bij de restauratie van 1935 is de zolder uit de kerk verwijderd.
(Genie-tekening uit 1880)


In 1896 werd de begane grond van het kerkje verbouwd tot werkplaats voor de militaire kleermaker. Ook de hoofdwacht van de kazerne was er gevestigd met een bijbehorend arrestantenlokaal. Deze situatie bleef bestaan tot de kerk in 1933 van de kazerne werd afgesplitst.

In 1871 was de kerk herontdekt als de begraafplaats van Comenius. Op verzoek van de Tsjechoslowaakse regering werd in 1929 een onderzoek ingesteld naar de exacte locatie van het graf waarbij de stoffelijke resten van de wijsgeer werden opgegraven en onderzocht. Na het onderzoek werden de resten op plechtige wijze herbegraven in een met lood beklede eiken kist. In 1933 werd de kapel afgescheiden van de kazerne om op verzoek van Tsjechoslowakije te worden ingericht als Mausoleum voor Comenius. Tsjechoslowakije kreeg het gebouw met de ondergrond tegen een jaarlijks canon van één gulden voor onbegrensde tijd in erfpacht. In 1939 werd deze overeenkomst wegens de Duitse bezetting van Tsjechoslowakije door de Nederlandse staat eenzijdig beëindigd.

In 1935 werd het kerkje uitvoerig gerestaureerd. Het dak uit 1861 werd verwijderd en er werd een nieuwe dakkap in de oorspronkelijke stijl aangebracht. Ook de oude Gotische vensters werden hersteld. Na het gereedkomen van de restauratie werd het gebouw in 1936-'37 op kosten van Tsjechoslowakije ingericht tot Comeniusmausoleum. Dit gebeurde door Tsjechische architekten en kunstenaars met uit Tsjechoslowakije aangevoerd materialen. Zo ontwierp de glaskunstenaar Jaroslav Benda zeven grote geëtste glazen met afbeeldingen over het leven en de werken van Comenius. De glazen zijn in een stalen frame gevat en als een aaneengesloten band op enige meters hoogte bevestigd langs drie zijden van de kapel.


Ramen Comeniusmausoleum

Vrijmetselaarssymboliek in de kerkvensters
Aangebracht bij de restauratie in 1935. De Tsjechische inrichters van het mausoleum waren
sterk verbonden met de Tsjechische vrijmetselarij en beschouwden Comenius als een belangrijke
inspiratiebron voor de vrijmetselarij


De beeldhouwer Jaroslav Horejc maakte een metalen koorhek dat over de gehele breedte van de kapel is geplaatst. Op het hek zijn acht bronzen beeldengroepen bevestigd, die episoden uitbeelden uit het leven van Comenius. Bij de restauratie van het voormalige Weeshuiskazernecomplex in 1991-'94 werd een deel van het aan het mausoleum grenzende gebouw bij de kapel getrokken. Sindsdien is hier het Comeniusmuseum gevestigd.


Comeniusmausoleum. Koorhek van Jaroslav Horejc

Comeniusmausoleum. Koorhek van Jaroslav Horejc
Foto: website T Gooi, R. de Gooier